bukken, kijken, sluipen, springen.

Bukken, kijken, sluipen, springen

door Kaila, in de ochtend tijdens het jagen


Bukken, kijken, sluipen, springen. Ik herhaalde de woorden nog één keer en zou dan achter mijn prooi aangaan. Ik keek naar het kleine witte plukje vacht. Het dier dat dacht nog in veiligheid te zijn, Tot ik met een luid gegrom uit de bosjes gesprongen kwam. Het konijntje schrok op en probeerde te vluchten maar het was al te laat. Ik had hem bij zijn nek gegrepen en hij was op slag dood. Ik proefte het sappige vlees van het dier over mijn tong schuren. Ik had zin om hem voor mezelf op te eten, maar dat mocht niet. Ik wist dat niemand het nu zou zien maar ik was niet oneerlijk en met tegenzin liep ik naar mijn verzamelplaats. Ik keek in de stam en ik zag dat er nog maar twee konijnen lagen. Ik zuchtte. Nog één konijn en dan kon ik terug naar het kamp. Toen ik iets hoorde bewegen bukte ik al gelijk en keek sluipen naar waar het geluid vandaan kwam. Ik zag een konijn lopen en bracht de woorden gelijkt terug mijn hoofd in. Bukken, kijken, sluipen, springen.Dit konijn had me wel optijd in de gaten en het sprong geschrokken weg. Ik er achteraan. Ik nam een sprong en belande bovenop het konijn. Toen ik overeind kwam was het konijn nog aan de grond geplakt en ik beet hem gelijk dood. Het laatste konijn bracht ik ook naar de boomstam en haalde daar de rest op. Ik pakte de konijnen en vertrok naar het kamp.