Rhona keek op toen Rhys dichterbij kwam. Het vogeltje leek ongerust en Rhona liet haar concentratie verslappen. Het vogeltje schudde zich uit en vloog weg.
'Je bent laat,' merkte ze op terwijl ze haar blonde vlecht over haar schouder gooide. Voor elfen was het normaal om op tijd te zijn voor afspraken. Dat kwam grotendeels omdat ze niets anders te doen hadden. Rhona was nog nooit een elf tegengekomen die het te druk had met andere dingen. Dat was typisch iets voor mensen.
Mensen waren druk met allerlei zaken, die voor elfen onbelangrijk waren. Als je vijftig jaar over een opdracht zou doen, so what? Elfen hadden praktisch de eeuwigheid om te leven en om dingen te doen. Onsterfelijk waren ze echt niet, en dat gold net zo voor ziektes. Alleen door hun gezonde levenswijze en hun magisch krachten konden ze langer en gezonder leven. Ze hadden zelden last van inwendige problemen. Haar vader bijvoorbeeld was gewoon oud, en daardoor was de magie minder en was hij vatbaarder voor ziektes. Tegen tumoren hebben zelfs de elfen nog niets gevonden.
Ze schudde de gedachte van haar vader die lag te creperen van zich af en richtte zich op Rhys.
'Er zijn twee dingen die je moet weten,' begon ze terwijl ze een los plukje blond haar uit haar gezicht veegde. 'Ik heb nog nooit eerder een leerling gehad, en ik ben naar elfenbegrippen nog vrij jong. Je moet het dus maar met me doen om te overleven tussen de rest. Daarbij ben ik snel geïrriteerd, en nog een keer, je moet het maar met me rooien.' Gedurende haar monoloog had ze Rhys niet aangekeken, maar nu keek ze op. Zijn gezicht stond verward en ze hield haar hoofd schuin.
Ergens kon ze het wel begrijpen. Je werd niet elke dag opgenomen in de gelederen van de elfen, en ze kon begrijpen dat het veel tegelijk was. Voor haar was het niet meer dan normaal, maar voor hem niet.
Ze besloot het rustiger aan te doen op de eerste dag, maar morgen zou hij er gewoon moeten zijn.
'Ik zal je eerst een aantal belangrijke plekken laten zien. Onder andere de smederij en de markt. Dat zijn momenteel de belangrijkste plekken,' zei ze met een knipoog. Daarna liet ze haar boog achter en liep het dorp in. Mensen knikten eerbiedig voor haar, en de mindere elfen bogen diep. Ze liep voorbij ze alsof ze het niet zag, recht op de smederij af. Daar was momenteel niemand, gezien het tijdstip. Ze stapte binnen en keek langs de rekken met wapens.
'Al een beetje ervaring?' vroeg ze terwijl ze naar Rhys keek.